Vakantie

Je anker uitgooien, je ritme vertragen
je koers onderbreken.

Verbonden zijn, aandachtig zijn
zien en horen.

Geïnteresseerd vragen en attent luisteren
Aanvoelen,
meegenomen worden.

Verbonden raken en geëngageerd.
Je laten raken.

Het brengt je in rustiger vaarwater,
na een woelige zee.

Wie is mijn gast?

Gasten ontvangen. We doen dat graag. We zijn graag sociaal. Met een etentje erbij. We doen ons moeite om een goede indruk te maken, huisje schoongemaakt, opgeruimd. Meestal zal de gast op voorhand wel een afspraak gemaakt hebben. We komen niet graag ongelegen. En we gaan het ook eens terughalen. Zo blijven we bezig en kunnen wij op onze beurt gast zijn.
Toch is dit niet de echte gastvrijheid, hoe goed bedoeld ook. Echte gastvrijheid zet ook de deur wagenwijd open bij onverwacht bezoek. Zonder onderscheid. Ook als de gast vuile voeten heeft of niet meteen iets kan terugdoen. Om niet.
Dit kan ver gaan. Er is één voorwaarde: de gast mag geen misbruik van je maken. Je bent een waardig mens als je je grenzen blijft respecteren. Een christen mag ook vermanen en onderrichten.
Wie zeker nooit misbruik van ons zal maken is God zelf. Ook Hij komt onverwacht aankloppen. Soms herken je Hem pas achteraf. Hij heeft een boodschap voor jou mee.
Luister naar Hem, ga aan Zijn voeten zitten. Hij is zachtmoedig en wenst je vrede. Hem ontvangen is tegelijk thuiskomen. In jou, in mij, in de mensen om je heen. Hij brengt terug samen wat wij vaak onbewust verloren lieten gaan. Als een kamplied: “Vrienden, kom zit neder in de ronde. En genieten wij van deze stonde. Al te samen opgewekt en blij. Kom wat dichter, dichter, dichterbij.”

Wie is mijn naaste?

Mijn vrijheid eindigt waar de jouwe begint.
Er zijn heel veel mensen op deze wereld.
Samenleven heeft met vrijheid te maken.
Het respecteren van elkaars rechten.
Het recht van de anderen maar ook van ieder andere.
Ieder andere is mijn naaste.
Kan ik proberen die ander te zien met de blik van God?
God houdt onvoorwaardelijk van elke mens.
We kunnen onmogelijk met de ogen van God kijken, want God kijkt veel dieper.
Afstand tot het mysterie die elke mens is, is ook noodzakelijk.
We mogen wel ont-moeten en mensen tot vriend maken.
Maar ook de ander zien, die we niet zo sympathiek vinden, of die we vreemd vinden door zijn anders zijn, is belangrijk.
Men noemt God zelf ook de gans Andere.
Mag die gans Andere bij me aankloppen?
Ontvankelijkheid kan je leren.
Ruimte voor het onverwachte maken.
Ruimte voor de ander scheppen door niet jezelf in het centrum te plaatsen.
Geluk schuilt in een klein hoekje.

Geloofsverkondiging

Toen Jezus zijn leerlingen per twee uitzond, gaf Hij ze enkele tips mee die ook vandaag nog waardevol zijn.
– Jezus nodigt uit om te bidden voor meer “arbeiders”. Het gaat niet alleen om mensenwerk, dit doen we niet voor onszelf maar voor de ander en de Andere.
– De Blijde Boodschap, hoe krachtig ook, is zeer broos. We getuigen immers van een geloof en niet van een wetenschap.
– Niets meenemen. Wie als gelovige op stap gaat volgt de zachte weg van Jezus.
– Het eerste woord bij de verkondiging is ‘vrede’. Geloofsverkondiging begint met het aanbieden van Gods liefde en vrede, niet met een moreel wetboek.
– Wees goed voor de mensen die je gastvrij ontvangen en waarschuw de anderen, maar meer niet.
Verkondig dus vanuit je hart dat het Rijk Gods ook vandaag kan doorbreken! Vertrek vanuit de kern van de zaak: Gods liefde maar vergeet niet te bidden en besef dat jij niet de eindverantwoordelijkheid draagt!