Je-weet-wel-wat

Telefoon. Oudste dochter aan de lijn, een beetje lacherig, alhoewel. “Ik ben positief”, zegt ze. Ik probeer de angel uit het nieuws te halen. “Toch niet zwanger?”, plaag ik. Ze lacht schamper maar echt grappig vindt ze het niet.”Neen, je-weet-wel-wat”, antwoordt ze ongeduldig om zoveel onwil van mijn geest. En dat ze het eerder toevallig ontdekt heeft, op zoek naar een lekker geurtje voor haar lief, dat ze dus niet kon ruiken. Gevolg: alle lessen en plannen ondersteboven, inspectie van de neusholtes van ons hele gezin. De schade blijft gelukkig beperkt. Ik neem de rol op die mij het beste past: die van zorgende moeder, bezorgd, rustgevend, vertrouwvol en vertroetelend tegelijkertijd. Ook alle broers en zussen schakelen een versnelling hoger: de vuile was wordt opgehaald, propere kleren gebracht, mondvoorraad aangevuld. Berichtjes vliegen heen en weer, raambezoekjes georganiseerd. Met z’n allen zorgen we voor een warm en veilig gevoel. Het lukt ons: de beginnende paniek wordt in de kiem gesmoord. Het komt goed, mijn kind, het komt goed.