Jezus zet een kind in ons midden. Te midden van alle geweld, gekibbel, strijd en onrecht leven kinderen die hopen dat wij onze energie en onze kracht willen inzetten voor echte menselijkheid, voor gerechtigheid, voor liefde. Als we Jezus’ weg willen gaan, dan moeten we Hem vertrouwen zoals een kind zijn vader en moeder vertrouwt. Anderen ons vertrouwen schenken wordt steeds moeilijker. Het wantrouwen jegens vreemden en vreemdelingen neemt toe. Niemand zal ontkennen dat er grote problemen zijn, met de criminaliteit, geweld, met het probleem van asielzoekers… Elkaar vertrouwen schenken wordt er niet gemakkelijker op. Maar als dat wederzijdse vertrouwen wegzakt, wordt onze samenleving dan niet onleefbaar? En moeten we daarom niet alles eraan doen om dat vertrouwen mogelijk te maken?