Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelei. Een tongtwister die we tot in den treure toe oefenden in de les voordracht. De uitspraak van onze letter L moest immers kort, licht en puntig zijn, vooraan in de mond met de tong spits tegen de voortanden. Nu, jaren later, loop ik in een lange Lindelei na een regenachtige dag. Met al mijn zintuigen geniet ik van de prachtige lindebomen, hun bladeren als harten geopend, fris en groen. De geur van de lindebloesems, zoet en heerlijk, bedwelmt mij. In een flits zie ik mijn kindertijd voor mij en hoe we onbezorgd poedelden in het grote bad, mijn zus, mijn broer en ik. Klein genoeg, nog niet te oud om alle drie samen in bad te gaan. Trouw ritueel op zondagavond als afsluiter van het weekend en begin van een nieuwe schoolweek. Een scheutje olie uit een kostbaar flesje hoorde daar altijd bij als extraatje om ons te zegenen met het parfum van lindebloesems. Oh, dat ik nog vaak door een Lindelei mag lopen, zonder mijn tong te breken, maar om mij eraan te herinneren hoe mooi een gezegend leven ruiken kan.