Voor me staat een krom getrokken, oudere man. Je kan zo zien dat er binnenin nog een jongere versie zit: zijn ogen twinkelen guitig. Toch neemt hij bedeesd foto’s van de voorgevel. Wanneer ik verwonderd vraag wat daar zo mooi aan is, vertelt hij dat hij in dit huis geboren is. En ook of de perenboom er nog staat van toen hij nog jonger was? Op mijn aandringen komt hij schuifelend binnen om bij de trap te blijven staan. Die trap! Hoe vaak heeft hij daar niet op en af gerend? Hoe verder naar binnen hoe meer verhalen. Het ene al straffer dan het andere. Emotioneel neemt hij afscheid: kon hij dit nog maar aan zijn ouders vertellen. Hij vraagt met aandrang om zo goed voor het huis te blijven zorgen én zo gastvrij te blijven. Dacht ik altijd dat een huis uit stenen bestond. Maar het cement dat het huis aan elkaar houdt bestaat uit mensen-verhalen, herinneringen, emoties en veel meer. De perenboom? Daar is nu een eettafel gezet. Om nieuwe verhalen te maken, elkaar te koesteren als levende stenen. (m.v.)