Stand-up

Boos, kwaad, maar ook verdrietig en laf, zo voelde ik mij na een avond stand-up comedy. Tussen ons is het altijd al een moeilijke verstandhouding geweest. Maar een aanlokkelijke affiche en de overtuigingskracht van een vriendin konden mij overhalen om toch te gaan kijken. Die avond probeerde een zogenaamde stand upper, zelfverklaarde artiest zich te bewijzen door grof uit te halen naar mensen met een beperking. Het was er ver over. Hij vernederde hen om te scoren. Ik durf zelfs het woord misbruik in mijn mond nemen. En ik weet dat ik het humoristisch, ironisch of sarcastisch moest vinden, maar het lachen verging mij. Niet alleen mijn mond viel open van verbazing: verbijstering alom bij het publiek. Iedereen schoof ongemakkelijk op zijn stoel. Verstomming sloeg om zich heen. Maar niemand, ook ik niet, liet van zich horen. Niemand durfde het aan zijn nek uit te steken om het op te nemen voor de slachtoffers van dienst. Iedereen zweeg, ook ik. Die nacht huilde ik diep van binnen, om al wat was gezegd, om al wat niet was gezegd.