40-dagentijd

Ná zijn doop trekt Jezus de woestijn in: een tijd van vasten en voorbereiding, een tijd van bezinning, 40 dagen en nachten in de onherbergzame, dorre woestijn, is een vruchtbare tijd. De duivel met zijn verleidingen heeft geen vat op hem. Daar wordt Jezus zich bewust van zijn roeping. Hij vindt er zijn levensprogramma: het Rijk van God doen groeien van binnenuit: uit ommekeer, bekering en vergeving, door een leven van licht, vreugde en liefde. Wij gaan niet letterlijk de woestijn in. Onze reis is een innerlijke reis. We worden uitgedaagd. We keren in onszelf en waar nodig, bekeren we ons. Vissers komen thuis en moeten hun netten herstellen. ‘Boeten’ noemen we dat. ‘Boetetijd’ is dus: de gaten in ons leven herstellen. Onze tekorten, zwakheden, schaduwkanten. Het is goed om ons af te vragen: durven wij met Jezus op tocht gaan door onze woestijn? Durven we in onszelf keren en tot bezinning komen? Durven we op zoek gaan naar het essentiële en ons leven daarop afstemmen?