’t Stormt dat het geen naam meer heeft!
Al wordt het wel gedaan.
Dan lijkt het of men de boel onder controle heeft;
dan heeft de schuldige een naam,
kunnen we razen tegen A,
tieren tegen B,
trotseren we C,
is D een kolfje naar ons hand
en E mist haar doel.
Stormveld in mijn bovenkamer
dat het geen naam heeft!
’t zal wel weer overwaaien.
(m.v.)