Jakobsladder

Lieve Vader,
Je maakt van me een klein madeliefje
aan de voeten van de Jakosladder
dat verbaasd toekijkt
hoe je vele engelen naar ons
de kostbaarheden uit de hemel brengen.

Ik geef aan hen mijn vele tranen,
niet alleen die van mij,
maar ook die van zo vele anderen.
Ze worden in Jouw Handen
troostrijke paarlen als geschenk aan ons.

Ik word dan weer
kind van verwondering,
Wonde die tot wonder wordt.
Klein, wil ik zijn bij Jou, mijn God,
klein maar fijn.
Fijn omdat ik op engelenvleugels
mag meevliegen op de Sint Jakobsladder
en zo eenvoudig mee Jouw dienaar mag zijn.

Wat ben Jij Groot, mijn God.
wat ben Jij Groot!!!