40-dagentijd

Ná zijn doop trekt Jezus de woestijn in: een tijd van vasten en voorbereiding, een tijd van bezinning, 40 dagen en nachten in de onherbergzame, dorre woestijn, is een vruchtbare tijd. De duivel met zijn verleidingen heeft geen vat op hem. Daar wordt Jezus zich bewust van zijn roeping. Hij vindt er zijn levensprogramma: het Rijk van God doen groeien van binnenuit: uit ommekeer, bekering en vergeving, door een leven van licht, vreugde en liefde. Wij gaan niet letterlijk de woestijn in. Onze reis is een innerlijke reis. We worden uitgedaagd. We keren in onszelf en waar nodig, bekeren we ons. Vissers komen thuis en moeten hun netten herstellen. ‘Boeten’ noemen we dat. ‘Boetetijd’ is dus: de gaten in ons leven herstellen. Onze tekorten, zwakheden, schaduwkanten. Het is goed om ons af te vragen: durven wij met Jezus op tocht gaan door onze woestijn? Durven we in onszelf keren en tot bezinning komen? Durven we op zoek gaan naar het essentiële en ons leven daarop afstemmen?

Voor Uw Altaar

“Heer, laat mij voor Uw Altaar komen, Gij die mijn Blijdschap zijt vanaf mijn jeugd.” Eén van mijn kerklijfliederen die ik nog steeds zo gráág zing! En ik vraag me terstond af wat ik kan en wil aanbrengen naar Uw Altaar. Zeker alles waarvoor ik dankbaar ben en da’s heus heel wat. Maar ook mijn angsten, m’n twijfels, mijn vragen en m’n misstappen wil ik U geven. Meer en meer leer ik er alles neer te leggen wat me bezighoudt, omdat ik ervaar dat het me nog dichter bij U brengt. U die me schiep en maar al te goed weet wat er allemaal in mij roert. Doch U laat me vrij om te offeren wat ik kan, wil, probeer … Alles, Heer, ik wil me volledig aan U geven; want bij U ben ik veilig, geborgen en kan ik uitgroeien tot wat U met mij bedoelde in den beginne … Hoe meer ik me blij en erkentelijk kan geven aan Uw Goddelijke Wil, hoe gelukkiger ik mij voel worden. Geweldig is dat! En dan denk ik ook aan hen, die U (nog) niet kennen, (nog) niet in hun hart kunnen sluiten. Ze weten niet wat ze missen … Laten wij absoluut verder voor hen bidden en ze tevens naar Uw Altaar dragen.

Storm

’t Stormt dat het geen naam meer heeft!

Al wordt het wel gedaan.

Dan lijkt het of men de boel onder controle heeft;

dan heeft de schuldige een naam,

kunnen we razen tegen A,

tieren tegen B,

trotseren we C,

is D een kolfje naar ons hand

en E mist haar doel.

Stormveld in mijn bovenkamer

dat het geen naam heeft!

’t zal wel weer overwaaien.

(m.v.)

Kiemend zaad

Wie zich ooit aan mensen waagt;
minzaam hen door ’t leven draagt;
ervaart wellicht zijn broze kracht:
onmacht, onbegrip, onmacht, onbegrip;
ook al dacht je dat je vrede bracht.

Waar een mens met mensen deelt:
teder oude wonden heelt;
vermoeid ontdekt hij Noë’s lot:
onrust, leeggeschud, onrust, leeggeschud;
toch ervaart hij soms een glimp van God.

Wie gelooft in kiem en aard;
vindt Zijn Rijk de moeite waard;
ook al duurt het wroeten lang:
loutering en rust, loutering en rust;
je wordt nimmer bitter, ijzig bang.

Geloof dan dat het zaad, met zorg gestrooid;
ook al voel je je berooid;
geloof dan dat het zaad;
kiemen zal bij dageraad.

Mensen samenbrengen 2

De Nederlandse schrijver Paul Scheffer heeft gedurende ruim 20 jaar geschreven over migratie en integratie, zo schreven we vrijdag in ‘Even stilstaan’. “Migratie is nooit gemakkelijk”, schrijft hij. Hij beschrijft dan een schoolsituatie die vele Limburgse leerkrachten kennen. “Niemand kan verwachten dat de kinderen van laag opgeleide migranten in één generatie vlot kunnen meedoen. Dat kost meer tijd.” En dan voegt hij eraan toe: ”Na al die jaren van samen leven, samen leren en samen werken, zijn er toch reeds vele jaren om tevreden op terug te kijken. Steeds meer mensen die komen worden goed opgevangen en geholpen om zich thuis te voelen. Vrijheid van meningsuiting en van godsdienst zijn waarden die we kunnen en ook willen delen.” Paul Scheffer krijgt het laatste woord: “De economische balans van de na – oorlogse migratie was niet éénduidig positief maar achter die balans gaan de levens schuil van Vlamingen en van vele nieuwkomers die het samenleven wilden en willen verbeteren.”

Bemint uw vijand

Wie zijn vijand bemint, heeft geen vijanden meer natuurlijk. Wat een heerlijk vooruitzicht: leven zonder vijand. Maar de vijand hebben we niet in de hand, wel onszelf. Jezus zegt: als iemand u dwingt 1 mijl mee te gaan, ga er dan 2 mee. Hij vraagt zijn leerlingen geen weerstand te bieden aan hen die u onrecht doen. En Hij gaat nog verder: bemint uw vijand en bid voor hen die u vervolgen. Geen wet van oog om oog en tand om tand, dus. Wat met criminelen? Wat met pesters? Zouden we Hem willen vragen. Voor Hem is dat een overbodige vraag. Zijn focus is : wat doe jij? Hoe happig zijn we om te vergelden. Ons rechtssysteem straft, het moet wraak voorkomen. En daar gaat het om. ’Ben je menslievend als je enkel houdt van degenen die jou liefhebben?’, vraagt Hij. Hij spreekt onverbloemd maar helpt ons ook. De vijand beminnen, kan beginnen met voor hem te bidden. Een stap naar de vrijheid om onvoorwaardelijk lief te hebben. Een stap om te leven in Zijn onvoorwaardelijke liefde, te milderen. Hoe goed zal dat zijn!

Mensen samenbrengen (1/2)

Twintig jaar geleden schreef een Nederlandse schrijver (Paul Scheffer): “Het samenwonen van verschillende nationaliteiten bleef een ‘naast elkaar leven’.” Nu, zoveel jaren verder, blijft hij schrijven maar ook zoeken wat mensen kan samenbrengen. Hoe werd migratie – de komst van vreemden – en hoe werd integratie een vertrouwvol, vreedzaam samenwonen? Ik laat mij in twee cursiefjes sterk inspireren door de kennis en de ervaring van Scheffer. Maar ik schrijf ook vanuit de Limburgse cité-situatie, waar wij in onze chirogroep destijds acht nationaliteiten hadden in de leidingsploeg. De schrijver is ervan overtuigd dat de migratie goed georganiseerd moet zijn en dat ongecontroleerde migratie maatschappelijke spanningen kan bewerken. Vooral dan als immigratie en integratie los worden gemaakt van elkaar. Ondanks alle omstandigheden en tegenstellingen is hij blijven zoeken naar wat mensen bijeen kan brengen. Zijn schrijven werd wel regelmatig gekleurd door onrust.

(wordt maandag vervolgd)

Digitale retraite

‘De morgen komt’ is de titel van de 40-dagenretraite 2020 van de jezuïeten. De retraite gaat op Aswoensdag 26 februari van start.

Deelnemers aan de digitale retraite krijgen dagelijks een e-mail met daarin gebedsteksten, bestaande uit bijbelteksten en meditatieve vragen. Het geheel vormt een innerlijke reis om het mysterie van Pasen intenser te beleven.

De teksten zijn dit jaar geschreven door dominee Judith van der Werf. Een primeur: Judith is de eerste vrouw en protestant die een digitale retraite voor de jezuïeten maakte. De vorige elf edities werden door jezuïeten verzorgd.

Je kunt je voor deze gratis digitale retraite inschrijven via www.ignatiaansbidden.org.