Driekoningen … ze zijn er nog altijd
nomaden van het eerste uur:
zij die geboren zijn in armoede
op de vlucht voor geweld van welke aard ook
nergens rust
of net wel: vrij van elk ballast
enkel het aller noodzakelijkste meedragend,
soms enkel zichzelf …
Geen paperassen, trouwens
wie ben ik eigenlijk?
Is dat wel zo: dat we enkel bestaan door
het toedoen van een ander?
Hij weefde mij in de moederschoot.
Hij kent mijn bestaan bij uitstek!
Misschien … ja, kan ik dit Heilige feit
enkel eren met een derde,
Één van de Driekoningen op mijn weg:
’t zij Caspar, Melchior of Balthasar …
Dat is pas een feestje waard;
jij, die door dik en dun, gejuich en geklaag
met me meegaat,
omdat je blijft GELOVEN: je bent
de moeite waard … ondanks alles.