ik zie je

weet je nog, de bloementuin

jij en ik in prille lente

en in de lucht de witte strepen

 

hoe je ze aanwees, ze telde, je wilde

huppelen op de wolkenpaden

het vervagen tot niets meer vóór zijn

 

in het ochtendblauw tel ik

ze nu voor jou: een vrolijk stipje

dartelt op een lange lijn

 

ik lach door mijn tranen heen