We herkennen mensen aan hun uiterlijk, hun stem, hun manier van binnenkomen enz. Maar wat mensen ons zeggen, hoe ze op ons overkomen, heeft meer met onze manier van kijken vandoen. Mensen van wie je houdt, bekijk je niet met de ogen van: die is te dit, of te dat. Zij worden gewoon in jouw hart ontvangen. En dat verandert ons hele leven. Christus straalde op de berg Tabor, omdat Hij in de liefde van zijn Vader, aan zijn leerlingen verscheen. Petrus, Johannes en Jacobus, herkenden die liefde, ze wilden er voor altijd blijven. Willen wij dat ook niet? Veranderen wij niet van elan als we in de nabijheid zijn van iemand die van ons houdt? Verandert onze levenslust niet als degene van wie wij houden, naast ons is? Liefde verandert onze ervaring met de werkelijkheid. Afwezigheid van liefde evenzeer. Hoe komt een vreemdeling over? Ben je angstig, dan doemt ie op als een spook. Zo te zien, maken we onze eigen spoken of engelen. Een mens is toch een bijzonder wezen, niet? Maar geen hulpeloos wezen. ’t Is maar hoe je het bekijkt.