Twee meisjes onderweg

We komen beiden uit een zijstraat: zij een jonge mama op de fiets, ik rijd naast haar met de wagen. Op deze frisse ochtend naderen we samen de hoofdweg. Aan de overkant van de straat staat haar iemand op te wachten. Mooi om te zien hoe ze elkaar met de ogen ontmoeten. Een oprechte groet en dito glimlach sieren hun gelaat. In het kielzog van mijn achteruitspiegel zie ik hen, ‘fiets aan fiets’, ook richting stad trappen. Hier zijn het geen ‘twee meisjes op het strand’. Het zijn ‘twee meisjes-op-leeftijd’ onderweg. Wat zouden ze elkaar te vertellen hebben? Vermoedens doen me fantaseren. Herinneringen aan mijn fietstochtjes naar het werk, steken bij mij de kop op. De cadans van het trappen voedt hun vertelsels. Vreugde en verdriet vervoeren deze vriendinnen samen op hun levensweg. Bij elkaar jouw verhaal kwijt kunnen, wekt wederzijdse energie op. Wedden dat ze op het werk veerkrachtiger arriveren. Vriendschap kan zo eenvoudig zijn, zoals het gerinkel van hun fietsbel bij het afscheid!