De hand aan de ploeg

Vastberadenheid. Ik weet wat mij te doen staat. Onomkeerbaar. Want ik ben geroepen. Geroepen om Jezus te volgen. Kijk niet achterom. Want dan verander je in een zoutpilaar. Vroeger zei men: je moet je kruis opnemen. Maar dat klinkt zo zwaar. Want wie de hand aan de ploeg slaat is ook geroepen om een vrij mens te zijn. Om weloverwogen keuzes te maken. Als je weet wat je wil sta je sterk om mogelijke hindernissen te overwinnen. Maar tegenwind zal er komen. De kwade geest is immers jaloers op wie voor het goede kiest. Je staat er echter niet alleen voor. God staat garant voor de goede afloop. Al lijkt dat soms op het eerste zicht niet zo. Wat voor de wereld dwaas is, kan in Gods ogen wijs zijn. Het is een beetje tegen de stroom in gaan. Tegen de stroom van zelfzucht ook. Kiezen voor de Liefde. Iets over hebben voor een ander. Je naaste beminnen als jezelf. Dat is dus iets anders dan zelfrealisatie. Een richting waar we tegenwoordig nog al toe gedwongen worden. Vrijheid is OK. Maar niet ten koste van de ander.

Abram of Abraham?

We hebben allemaal wel eens gehoord van Abraham. De aartsvader, die zijn land verliet, toen God hem riep. Als God roept, om ons ‘land van slechte gewoontes’ te verlaten. De gewoontes van: ik, ik, ik. Onszelf op de eerste rij zetten, ellebogenwerk. Abraham en Lot, die met hem was meegekomen, hadden beiden zoveel bezittingen, dat ze niet bij elkaar konden blijven. Hun herders leefden voortdurend in botsing met elkaar. Daarom zei Abraham tot Lot: “Laten we geen ruzie maken, en onze herders evenmin; wij zijn toch broers van elkaar. Het hele land ligt voor je, ga jij links, dan ga ik rechts, of omgekeerd.” Toen verliet Abraham het land van ruzie, om naar het land van vrede te gaan, het land dat God hem zou toewijzen. Hij zette zich op de tweede plaats, om in vrede te leven met zijn broer. Dat God Abraham riep is een feit, maar Abram,(vader is verheven) werd Abraham, (vader van de volken) toen hij een stap opzij zette. Zo werd hij vader van de Joden, de Christenen en de Moslims. ‘Broers en zussen van elkaar’ is een naam die verdiend wordt.

Zomer-bries

Lente overhandigt de brandende fakkel aan seizoen zomer.
Terrasjesweer kondigt zich aan.
Je laat je verleiden door een heerlijk bordje “calamares” met huisbereide tartaar en een wit wijntje.
Deze zalige combinatie prikkelt jouw smaakpapillen, “zomer-bries” door jouw haren.
Kleurrijke modeverschijnselen paraderen door de straten.
Hondjes voorzien van fleurige sjaaltjes.
Patserbakken zonder blingbling, doen hun eigen ding.
Voedende zonnestralen kleuren jouw gemoed, het doet jou goed.
Een paar duiven willen graag hun graantje meepikken, niet mensenschuw, gretig en onverzadigbaar, de extra gasten van het terras.
Hen gadeslaan brengt je terug in het moment.
Ze mogen er zijn.
Zomer-bries.

Rosanna

Dag papa!

Dag papa van ongelooflijk lieve dochters!
U kent mij niet en ik u niet. Alhoewel ik het idee heb dat ik u leer kennen wanneer ik optrek met uw ongelooflijk lieve dochters. Op het moment dat ik probeer uit te leggen dat ik graag koffie drink, gaan hun ogen twinkelen: ja, ze weten wat dat is! Dat doen papa en mama ook samen en dat is gezellig! Tot voor dit moment wist ik niet van uw bestaan. Spijtig genoeg lijken deze koffiemomenten tot het verleden te horen want u bent in uw land gebleven om heel hard te werken en vooral om te zorgen dat u vrouw en uw ongelooflijk lieve dochters niets te kort komen. Geen idee wat ik zou doen in u plaats. Bewondering voor uw moed heb ik wel. Toch zou ik u graag deze week een bodemloze thermos schenken: zo eentje waar de koffie nooit op raakt. Zodat de gezellige momenten met uw vrouw blijven duren, ze de zorgen kan vergeten. Maar vooral om de twinkeling te blijven zien in de ogen van uw ongelooflijk lieve dochters.

6. “Ik zat gevangen”.

Wij zijn bestemd om open te bloeien tot vrije mensen. Dan kunnen wij ook verantwoordelijk zijn voor onszelf en bekommerd zijn om goed samen te leven. Maar wij kunnen soms ook vastvaren in uitzichtloze situaties. Soms spelen pech en toeval dan een grote rol. Maar wij kunnen onze vrijheid ook verliezen en ongelukkig worden door domme beslissingen te nemen of door te zeer terug te plooien op ‘ik’ en ‘mijn’. Dan werken we mee aan een eng, bekrompen en gesloten leefklimaat. Wij kunnen ook vastvaren in en door verslavingen. Als we dan ervaren dat mensen in ons blijven geloven en met ons mee zoeken naar bevrijding, dan kan er hoop en een nieuw perspectief groeien. Die Man van Nazareth heeft meermaals mensen bevrijd van kleinheid, bekrompenheid en angst. In de beweging die rond en na Hem groeide werd en wordt vergeving persoonlijk toegezegd en ook meermaals samen gevierd. Ondank misstappen kan er zo een nieuwe toekomst, een nieuw perspectief groeien.

…wordt volgende week maandag vervolgd

 

Een naam en gezicht

Twijfel over de zin van ons bestaan, dringt zich soms op. Ook bij Jezus. Hij stelt de vraag: “Wie zegt gij, dat Ik ben?” Die vraag zit ook in ons: “Wie ben ik?”, vragen we soms. Of: “Is dit nu mijn leven?”. Petrus antwoordt Jezus: “Gij zijt de Zoon van de Allerhoogste, God.” En als wij onze vraag naar God richten, antwoordt Hij ons: “Gij zijt Mijn kind”. Wij zijn op dat moment misschien een verdwaald kind, toch Zijn kind. Jezus gaat verder en zegt over zichzelf: “De Mensenzoon zal veel moeten lijden, Hij zal verworpen worden, gedood worden, en op de derde dag verrijzen.” Zijn Vader blijft Hem eeuwig trouw. En dus ook ons. Wij hebben een zin in ons leven omdat God ons trouw is, en wij Hem. Zonder dat laatste rest er slechts een halve zin. Trouw blijven aan God, de bron van ons wezen, ontvouwt de ganse zin van ons bestaan. Want Hij zal ons doen verrijzen. Trouw blijven bepaalt je hele leven. Het neemt jouw angsten, zorgen, pijn, niet weg. Trouw is de innerlijke kracht die ons leert geloven in de eindzege van Liefde. Ontrouw kent zij niet.

Wiens keuze

Jean-Paul Sartre schreef ooit: “Er is geen uitgetekend pad dat naar de verlossing leidt. De mens moet de weg voortdurend zelf kiezen. Om te kunnen kiezen, is hij vrij en verantwoordelijk.” Vooral deze laatste zin herinnert me aan de vrije wil die onze Schepper ons schonk. Dit belet niet onze Heilsman te betrekken bij onze keuzes en plannen en dit liefst zo veel mogelijk. De Genade vindt de mens waar hij zich bevindt, waar hij leeft (Dietrich Bonhoeffer). Als we ons op weg begeven en onze responsabiliteit ernstig nemen, gaat de Heilige Geest met ons mee. Zo kunnen we een steen verleggen, hoe klein deze ook mag blijken te zijn. Ieder aandeel is wezenlijk. Intussen heb ik geleerd dat Hij altijd het Beste met ons voor heeft, ook als ik het (nu nog) niet begrijp en/of zelf iets anders voor ogen heb. Hoe wil de Heer mij uit de schaduw halen en naar het Licht van Zijn Genade leiden, opdat ik verder opbloeien mag als Zijn Geliefd Kind? Als ik doe wat ik kan met de mogelijkheden die ik heb, ja dan ben ik goed bezig. Laat dit duidelijk zijn.

Bijbelse vertellers

De bijbelse schrijvers van het oude en het nieuwe testament waren de vertellers van hun tijd. Dat betekende o.a. dat ze geen historische nauwkeurigheid op het oog hadden. Ze wilden vooral in de vele levenservaringen, in het volle leven, iets vermoeden en ontdekken van Gods nabijheid. Dat zoeken naar God was tegelijk ook een bekommerd uitkijken naar de geschiedenis van de mens. De kwaliteit van het leven heeft dan te maken met de rechtvaardigheid, met aandacht voor broze, zwakke mensen. In de bijbel wordt godsdienst beschreven als ‘dienst aan mensen’. In een brief van Johannes klinkt die stille overtuiging als volgt: “Wie zijn broeder liefheeft woont in God. In hem is Gods liefde werkelijkheid geworden.” En de godsdientsleraar getuigt: “Als ik niet liefheb is het moeilijk om God te ervaren.”