Zien!?

“Raboeni, ik zou willen zien, Ú willen zien!” Bartimeús zijn verlangen was zo groot, dat hij op Jezus bleef roepen! Tot vervelens toe. Hij was blind. Ik vroeg mezelf af: “Verlang ík nog iets te zien?” Iets meer dan ik al zie? Mijn ogen zíen, ik ben niet blind. Zou ik Jezus, God willen zien? In mijn hart sluimert dat verlangen zeker. Ik besef ook, dat er een veel grotere werkelijkheid bestaat dan ik met mijn ogen kan zien. Het is precies buiten het bereik van mijn blik. Is dat wel zo? Voordat Jezus op de wereld kwam, had niemand nog God gezien. Sindsdien is God zichtbaar geworden voor het blote oog, mits we zuiver van hart zijn.(Mt. 5,8) Zit dáár de moeilijkheid niet? Ons hart is dikwijls niet vrij, niet zuiver en daardoor is ons oog blind. Terwijl God altijd zichtbaar blijft en ons zelfs ogen geschonken heeft om Hem te zien. Ja, we hebben Jézus nodig om tussen beide te komen, om ons hart te zuiveren en ons de ogen te openen. Wacht Hij niet op óns roepen op Hem, gelijk de blinde Bartimeús vol verlangen, onvermoeibaar riep.