Een rijke jongeman zoekt Jezus van Nazareth en vraagt Hem hoe hij iets van Gods koninkrijk kan ervaren. De jonge, rijke man heeft veel. Toch mist hij blijkbaar iets en getekend door dit gemis ontmoet hij Jezus. Van Hem wordt verteld dat Hij diep verbonden is met God die Hij ervaart als een kracht, als een warme dynamiek van liefde, als een Vader. En daarover wil die jongeman meer weten. Wellicht wilde hij nu meer ‘ervaren’ dan ‘hebben en bezitten’. Hij begon in te zien dat hij zonder zijn weelde niet veel betekende. Daarom was hij op zoek naar meer. De bijbelse schrijver Marcus laat Jezus dan zeggen: “Beste vriend, jij bent op zoek naar ‘meer’ maar om het ‘meer’ van God te kunnen ervaren moet je best eerst je vele ‘hebben’ en ‘moeten’ loslaten. Dan kun je nu al in mensen en gemeenschappen iets vermoeden van Gods warme goedheid. Dan kan God in jou en met jou werken. Als je zo – bezield door God – het spoor van de goedheid volgt zul je ook later bij je dood in en bij Hem je volle voltooiing ervaren.”