Onmacht t.o.v. de dood

Hoe voorzichtig moet men zijn, wanneer men spreekt met mensen die de dood van nabij hebben meegemaakt, van een geliefde of van iemand zeer nabij. Men kan ze niet troosten met beschouwingen over een beter leven, een eeuwig leven in de hemel. Mensen willen leven, hebben moeite met de dood. Wij zijn bang voor de dood. “God heeft de dood niet gemaakt… Hij heeft alles geschapen om te leven”. Mooie woorden, maar geconfronteerd met lijden en dood, kan ik er niets mee. In het aanschijn van de dood word je opeens stil, bang. Erover spreken blijft moeilijk. Wie onlangs een sterfgeval heeft meegemaakt, wie verwikkeld is in een gevecht met een ziekte, voelt in heel zijn wezen de onmacht t.o.v. lijden en dood, weet wat het is te worstelen met de meest ingrijpende levensvraag. Hij heeft geen behoefte aan mooie woorden, wél aan iemand, die met hem meegaat, iemand die “mede-lijdt”.