Bidden en bidden

Een culturele vereniging had een boedhistische monnik uitgenodigd om te komen spreken over ‘bidden’. Van uit meerdere hoeken had men er veel goeds over gezegd. Op de afgesproken tijd kwam de monnik de zaal binnen in een gele monnikspij. Hij nam plaats op het podium in kleermakerszit. Na ongeveer een uur in die houding gezeten te hebben stond hij op en verliet de zaal. De toehoorders bleven stil zitten. Ze keken naar elkaar. Ten slotte kwamen de tongen los. ’Wanneer begint hij nu? Is er een verkeerde afspraak gemaakt?’ Neen, de afspraak was duidelijk. Maar er was blijkbaar een verschil in de opvatting over wat men met ‘bidden ’bedoelt. Sommigen voelden zich beetgenomen en gingen weg. Anderen begonnen zich vragen te stellen over wat men met bidden bedoelt? De Bijbel werd er bij gehaald. Iemand las voor: ’Als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, bid tot je Vader, die in het verborgene is, en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je lonen…’ De Bijbel was duidelijk. Waar ligt het verschil?