Nadat Jezus’ vrienden enkele jaren samen met Hem rondtrokken en dicht bij de mensen verbleven, sprak Hij regelmatig over Gods wil. En 50 à 60 jaar na Jezus’ dood, toen de goddelijke indruk die Jezus had gemaakt nog groter was geworden, probeerde de bijbelse schrijver Marcus nog iets meer te vertellen over Gods wil. Dankzij de ervaringen die de apostelen over Jezus hadden onthouden kregen de bijbelse schrijvers materiaal om te vertellen. In alles wat Jezus zei en deed konden zij zo zien en vernemen wat God wil, namelijk: dat wij als bekommerde mensen en als hartelijke gemeenschappen zullen openbloeien, zeker dan als wij van harte elkaar blijven bemoedigen. Dan groeit ook nu Gods Rijk onder ons.