Stille oase van rust en vree,
met je kronkelende paden en steegjes.
Dit kan je leven noemen,
want dit is het paradijs van kleuren en bloemen.
Alleen het paard is doodgebloed,
zijn vlees is ijdel geworden,
mechanische dieren hebben het uit het land verdreven,
zijn stappen zijn eeuwig uitgewist.
Ik wil je lied aanhoren
als des zomers de wind het gouden koren aait,
terwijl verliefde paartjes tussen wuivende grashalmen
mijn dorp om zoveel schoonheid loven.
Jozef V.